1 februari 2024

Zeezoogdieren in Kaikōura

Door jelleputs

30 april 2023

Vroeg in de ochtend rijden we op de tast naar de supermarkt voor ontbijt. De mist is zo dik dat er vissen doorheen zouden kunnen zwemmen. De rit naar Kaikōura is een goeie 2,5 uur en maak ik mee vanaf de achterbank van Jeffrey’s vlekkeloos schone hybride Honda.

Mooi op tijd komen we aan in het stadje aan de kust. Er staan veel verweerde gebouwtjes met daken van roestig golfplaat die er desondanks vrolijk en sfeervol uitzien. Je zou er spontaan surfer van worden. De inwoners van Kaikōura lijken uitsluitend te leven van het toerisme. Overal zijn bedrijfjes die boottochten aanbieden om de walvissen, dolfijnen en albatrossen te spotten. Dit kan zelfs vanuit de lucht per helikopter of vliegtuigje.

Met een niet al te kleine maar wel snelle boot spoeden we ons naar de plek waar de eveneens ingescheepte walvisspotter een walvis heeft gehoord. Door middel van akoestische apparatuur hoort ze waar ze zich wellicht bevinden. Het vliegtuigje aan de horizon lijkt beet te hebben, en cirkelt op lage hoogte over het water. Inderdaad ligt daar een potvis aan het oppervlakte om zich voor te bereiden op een nieuwe duik. We zien niet meer dan een rugvin en blaasgat, maar desondanks is het een machtig gezicht om zo’n enorm dier van zo dichtbij te zien. We varen boven een ravijn van een kilometer diep, wat voor potvissen een ideale plek is om te jagen op inktvis. De kapitein vertelt dat we te maken hebben met Lazarus, een potvis van ruim 15 meter die al sinds 1993 een vaste klant is van deze plek. Hij lijkt zich dus weinig aan te trekken van alle commotie om zich heen. Na een paar minuten maakt hij met een elegante zwaai van zijn staart een nieuwe duik Een halfuur later komt Lazarus weer boven en opnieuw kunnen we een paar minuten ademloos kijken. In stilte dit keer, want het vliegtuigje en de helikopter zijn terug naar land. Het is niet moeilijk om je voor te stellen hoe het de mens bijna is gelukt om de potvis uit te roeien. Hoe machtig het dier ook lijkt, walvisvaarders zouden alle tijd hebben gehad om er een harpoen in te schieten… Wij schieten gelukkig alleen foto’s.

Als kers op de taart worden we, nadat Lazarus opnieuw de onderzeese kloof in is gedoken, omsingeld door tientallen hyperactieve bonte dolfijnen. Deze soort staat bekend om zijn speelsheid en inderdaad maken ze overal om ons heen rare salto’s. Ook mooi zijn de vele albatrossen die als zweefvliegtuigen over het water scheren met hun lange, ranke vleugels. De allergrootste koningsalbatros zien we niet, maar degenen die we wel zien hebben toch wel een goeie twee meter aan spanwijdte. Al met al weer een magische ervaring met het geluk aan onze zijde!

Eenmaal terug aan land lopen we door het centrumpje van Kaikōura en halen we best wel lekkere fish & chips. Als je denkt dat we nu genoeg zeezoogdieren hebben gezien… fout! Iets verderop ligt een rotsstrand wat de vaste chillplek is van een populatie zeeberen (fur seals). Wat het verschil tussen zeehonden, zeeleeuwen en zeeberen is weet ik niet, maar je kan er in alle gevallen maar beter uit de buurt van blijven. Ze hebben scherpe tanden. De loom zonnende dieren trekken een oogje open als je ze benadert, maar dichterbij dan 10 meter moet je niet komen, zo waarschuwen ook de borden op het strand. Het is dichtbij zat voor mooie foto’s.

Na een lange rit terug gaan we naar een Braziliaans restaurant genaamd Brazooka waar Jeffrey graag heen wilde. Aangezien de focus echt op vlees ligt gaat vegetariër Jessica dit keer niet mee. Achterin de open keuken staat een groot spit waar constant vlees en ander eten wordt bereid. De bediening loopt continu rond en vraagt dan of je een stukje wilt. Met een soort blokje op je tafel geef je aan of je nog meer wilt eten of niet. Lijkt wel het systeem waarmee de kinderen in mijn klas tijdens het werken mee aangeven dat ze een vraag hebben. Het is allemaal heerlijk, maar wel erg vettig. Ook de bijgerechten en gebraden ananas zijn lekker.

Nog maar twee dagen hier in Christchurch, maar nog plannen genoeg voor we teruggaan!